Throwback: Negen kleine dingetjes over Nederland

Na mijn remigratie-update over dingen waar ik nogal aan moet wennen in België, moest ik ineens denken aan de gastblog die ik een tijdje geleden schreef bij Liese van Shout Your Heart Out. Die blogpost heb ik hier nooit gepost, maar past nu wel bij het ongoing thema van ‘Talitha verbaast zich over doodnormale dagelijkse dingen in het land waar ze woont’, dus bij deze: een throwbackske naar de post van weleer!

De gastblog van Liese op mijn blog lees je overigens hierrrr terug. 

Een tijdje geleden verbaasde Liese zich nog over negen kleine dingetjes over Amerika. Ik besloot om hetzelfde te doen, maar dan over Nederland. Ik woon inmiddels al 9 jaar in Amsterdam (ik kom oorspronkelijk uit de diepe krochten van de West-Vlaanders en deel mijn bakermat met Liese) en hoewel ik van tevoren nooit had gedacht dat er grote culturele verschillen zouden zijn, heb ik toch wel aan een hoop dingen moeten wennen. En dat bedoel ik niet per se negatief, hoor. Niet zoals menig Vlaming die zich verbaast over iets in Nederland met een attitude van ‘zo stom, bij ons is dat toch veel beter en logischer zulle’. Maar gewoon, in de zin van: oké, hier doen ze het blijkbaar zo. Duly noted. Dan ga ik dat ook maar doen. Want integratie enal. En zo komt het dat ik inmiddels al best wel hard moest nadenken om dit lijstje te vullen.

Veel kleine dingetjes leer je namelijk zonder dat je erbij stilstaat. Door simpelweg ergens op te groeien. De manier waarop je iemand begroet, waarop je je in bepaalde situaties gedraagt, hoe je iemand aanspreekt,… Het zijn de dingen die je pas opmerkt als je eenmaal ergens anders woont in plaats van er enkel op vakantie bent. Daarom, bij deze, een lijstje met 9 dingen die in het dagelijkse leven van de doorsnee Nederlander doodnormaal zijn maar in België, ehm, iets minder.

1.  Iedereen feliciteert iedereen met andermans verjaardag

Een van de allergekste gewoontes in Nederland, waarvan niemand me tot op de dag van vandaag heeft kunnen vertellen waar het in godsnaam op slaat, is om elkaar te feliciteren met het feit dat iemand anders jarig is. That’s right: als je naar een Nederlands verjaardagsfeestje gaat, moet je letterlijk ie-de-reen in de ruimte feliciteren. Met de jarige. Als Liese dus jarig zou zijn en ze nodigt mij uit (stille hint – ik hou nu eenmaal van die heerlijke West-Vlaamsche slagroomtaarten straight from the nineties), dan zou ik na aankomst alle aanwezigen moeten begroeten met de gezegende woorden: “Gefeliciteerd met Liese.” En ja, dat is in de praktijk werkelijk even belachelijk als het klinkt, kan ik u verzekeren. Het is sowieso eigenlijk al raar om iemand te feliciteren met het feit dat ze x jaar geleden ter wereld zijn gekomen. I mean, da’s een prestatie waar je zelf amper wat voor hebt hoeven doen. Felicitaties zijn feitelijk enkel op zijn plaats bij de ouders van de jarige. Laat staan dat je dus nog eens de rest van zijn/haar omgeving zou feliciteren. Enfin, waarom ze het allemaal al decennialang doen, weet niemand in Nederland, maar het schijnt dat elke keer als je het niét doet er ergens op de Veluwe een puppy wordt vermoord. Dus blijven ze het maar doen.

Bonus: Nederlandse collega’s trakteren altijd met taart op hun verjaardag. Altijd. En da’s fijn.

2.  Nederlandse huizen hebben bijna standaard extra vloerplintjes

En die zijn het werk van de duivel, zeg ik u. Ze zijn lelijk en godsgruwelijk irritant, want negen van de tien keer zijn ze slecht geplaatst en dus scheef, nog lelijker, raken constant los én vangen enorm veel stof. Het is vreselijk ambetant stofzuigen, ook. Neen. Gewoon neen.

Bonus: (oudere) Nederlandse huizen hebben ook vaak vlakspoeler-wc’s. I shit you not (hehe), die bestaan. Een Nederlandse uitvinding om je de gelegenheid te geven om al je boodschappen, groot en klein, aan nadere inspectie te onderwerpen. Is goed voor de gezondheid, zeggen ze.

3.  Bij een eerste ontmoeting geef je altijd een hand

Dit heb ik echt moeten leren in het begin, omdat iemand een hand geven voor mij extreem formeel overkwam. Iets wat ik alleen maar bij een bezoek van de eerste minister zou doen, of zo. Maar in Nederland geef je standaard een hand als je iemand ontmoet, van je schoonvader tot je kapper en van je nieuwe collega’s tot de beste vriendin van je buurvrouw. Maak niet uit of ze zestien of zestig zijn en in welke context je elkaar ziet. Ik heb het mijn ouders ook echt moeten aanleren wanneer ze op bezoek kwamen. Toen we eens in de lift van mijn flatgebouw stonden en een buurman instapte, die zich vervolgens netjes wilde voorstellen, stonden zij er namelijk bijzonder opgelaten een beetje te kijken en ‘hallo’ te mompelen. Da’s de basic West-Vlaamse manier van communiceren met vreemden, maar voor het sociale Nederlandse volk is dat ronduit onbeschoft. Ik vind het zelf inmiddels ongelofelijk chill om te weten dat je alles en iedereen op één geaccepteerde manier kan begroeten (handje schudden en je naam zeggen), en verschrikkelijk irritant en awkward dat ik in België in een split second moet beslissen of ze verwachten dat ik een hand geef/een kus geef/twee kussen geef/drie kussen geef/eens ongemakkelijk sta zwaaien/helemaal niks doe. IK WEET HET ALLEMAAL NIET HELP MIJ IK HEB PROBLEMEN.

Bonus: oudere mensen (als in: oud genoeg dat je voor ze zou opstaan in de bus) spreek je in Nederland standaard aan in de u-vorm. Een heel mooie manier van respect tonen voor ouderen, vind ik dat. Iedereen doet het, zelfs tegen hun eigen oma en opa (wat ik dan wel weer raar en afstandelijk vind).

4.  Je houdt je hand voor je mond als je daar iets onsmakelijks mee doet in het openbaar

En dan bedoel ik niet alleen hoesten, maar bijvoorbeeld ook tussen je tanden pulken met een tandenstoker, of praten terwijl er eten in je mond zit. Dat mag allemaal, maar Nederlanders houden hun hand voor de mond terwijl ze dat doen. Net iets frisser voor everyone involved, dus bij deze de subtiele suggestie om dit zo snel mogelijk in België en omstreken te introduceren.

5.  Betalen doe je 99% van de tijd met je pinpas of je telefoon

En je pinpas, da’s dus je bankkaart. Dit punt is sowieso wel meer van toepassing op de grote steden, maar zelfs in dorpjes wordt er merkbaar meer gebruikgemaakt van elektronisch geld dan cash, zeker in vergelijking met België. Ik word echt gestoord van het feit dat er nog steeds maar zo weinig elektronisch betaald kan worden down under. Want in Amsterdam is mijn leven serieus zo goed als cashloos. Ik heb het gewoon niet. Nooit. Ik kan alles pinnen. De kleinste bedragen in de kleinste winkels. Tickets rechtstreeks in de tram. Blikjes uit een automaat. Noem maar op en ik kan het sowieso pinnen. Onderling betaalt niemand elkaar ook terug met cash: wij sturen Tikkies. In België is er sinds een tijdje Payconiq en da’s ongeveer hetzelfde, maar voor zover ik heb ondervonden nog niet zo ingeburgerd als Tikkie. Ik heb het zelf wel, dus wie mij in de toekomst een koffie voorschiet in de bakermat: stuur me maar een Payconiqske! (Bekt toch minder lekker dan een Tikkie, ma gow…)

6.  Op vrijdag doen we van vrijmibo

Oftewel: de vrijdagmiddagborrel. Een gewoonte in zowat elk Nederlands bedrijf: op vrijdag na werk gezellig met je collega’s borrelen. Borrelen betekent zoveel als ‘aan de toog hangen’, maar dan zonder toog, want je doet het meestal op kantoor zelf. Het verschilt per bedrijf, want sommigen hebben ook een vast café waar ze elke vrijdag met z’n allen heen gaan, maar bij mij vinden de vrijmibo’s steevast plaats op kantoor. De vrijmibo is zelfs zó belangrijk dat er in ons nieuwe pand (we verhuizen midden juni) een toog en vijf horecakoelkasten worden geïnstalleerd, om nog beter in de borrelbehoeftes van de werknemers te kunnen voorzien. Work goals, kweetet.

Bonus: borrelhappen. Elk café heeft ze: bitterballen, kaasstengels, loempia’s, etc. De borrelgarnituur is een begrip in Nederland.

7.  Nederland heeft vaste etenstijden

En dus ook een vaste lunchkaart en dinerkaart op restaurant. Je dacht dat je om 17 uur nog een tosti kon bestellen? You thought wrong, vriendin. Volstrekt onmogelijk. Nederlanders eten bovendien stipt om 18 uur ’s avonds. Het tijdstip dat ik doorgaans net thuis ben, als ik eens vroeg van werk ben weggegaan, is het Nederlandse vaste tijdstip voor avondeten. Mijn Lief en ik beginnen er zelf doorgaans pas rond 20 uur aan. Ik zou persoonlijk niet weten hoe ik de hele avond zou moeten doorkomen als ik al om 18 uur moet eten, maar enfin. Oh, en toetjes na het eten is ook een ding.

Bonus: op restaurant of café krijgt je nooit spontaan een drankkaart. Mijn Lief vindt dat verschrikkelijk irritant, want die heeft de gewoonte om een kwartier lang alle mogelijkheden te overlopen (en dan uiteraard een simpele cola te bestellen, maar dat terzijde), maar in Nederland moet je daar meestal zelf om vragen. En dan hebben ze nog niet eens altijd een exemplaar.

8.  Noem yoghurt nooit zomaar yoghurt

Het is 2009. Het is mijn allereerste bezoekje aan de lokale Albert Heijn als kersverse inwoner van Nederland. Ik sta al een kwartier verlamd voor een schap op de zuivelafdeling. Ik wil graag yoghurt kopen. Ik zie veel opties. Alles lijkt yoghurt te zijn. Maar bijna niks heet yoghurt. Ik ben verschrikkelijk in de war. You see, in Nederland is er namelijk kwark. En vla. En dubbelflip. Griekse yoghurt, drinkyoghurt, fruitmelk, ontbijtdrank, Franse kwark, slagroomvla, hopjesvla, dubbelvla, noem maar op. Alles wat in België gewoon yoghurt genoemd wordt dus. Of platte kaas. (Ik weet nog steeds niet goed wat dat precies is, maar goed.) Langzaam maar zeker heb ik de verschillen leren kennen, maar ze zijn subtiel. En hebben vooral betrekking op de smaak en textuur. En toch: voor mij blijft het, stiekem, in mijn hart, diep vanbinnen, allemaal toch gewoon yoghurt.

9.  Sriracha kan op alles. Net als pindasaus.

Vinden zij. Vind ik niet.

Bonus: hetzelfde geldt voor rucola. Wel mee eens.

5 thoughts on “Throwback: Negen kleine dingetjes over Nederland

  1. Sriracha ken ik niet. Help, ben ik mislukt als Nederlander? Om het te compenseren is saté/pindasaus mijn lievelingseten. Ik ben benieuwd wat je in België nu (opnieuw) opvalt. Lijkt me best wel gek na je negen jaar in Nederland.

    1. Misschien dan binnenkort maar een omgekeerde post schrijven! Nu ben ik wel in België opgegroeid natuurlijk, dus veel dingen vallen me niet eens op, denk ik. Ik loop nu vooral tegen dingen aan die ik in Nederland nooit moest doen (zelf brood snijden in de supermarkt?!) of die ik in Nederland altijd kon en nu niet meer (R.I.P. ov-chipkaart). Maar ik zal er eens over nadenken! Oh en sriracha stond dus echt standaard op de lunchtafel in elk bedrijf in Amsterdam waar ik heb gewerkt, vandaar ? Is een licht spicy saus. Mijn collega’s aten dat met ALLES.

  2. Sriracha staat hier ook standaard in de frigo 😀
    Oh, en ik ben ook voor de gewoonte om het hand voor de mond te houden at all times. Echt, sommige Belgen kunnen er wat van, ze… Net een bende herkauwende koeien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *