Sinds een tijdje schrijf ik een wekelijkse column voor De Krant van West-Vlaanderen, omdat ik al eens graag ongevraagd mijn mening geef, en als ik daar dan ook geld voor krijg, nog veel liever. Ik schrijf elke week een stukje over allerhande – bestaande, maar ook compleet uit mijn duimen gezogen, waarschijnlijk – clichés die over West-Vlamingen bestaan en doe daar mijn zegje over, want ja, daar zat gans de provincie wel degelijk op te wachten, EWELJA.
Als luie blogger pur sang bedacht ik vandaag dat het misschien wel tof zou zijn om die columns hier gewoon door te plaatsen. Ik krijg er in de krant maar 2.200 tekens voor, wat voor mij doorgaans net voldoende is om me net een beetje comfortabel in mijn inleiding te nestelen, dus dit is ook de ideale gelegenheid om alle darlings die ik tijdens het schrijfproces heb moeten killen weer tot leven te wekken.
Clichécheck #4
Het cliché: De West-Vlaming is schuchter en staat niet graag in de belangstelling.
Al mijn hele leven word ik luid genoemd. Ik weet niet precies waar het vandaan komt, die neiging om de knop van mijn stemvolume hoger dan gemiddeld te zetten. Ik ben enig kind, dus het is niet alsof ik vroeger om aandacht moest schreeuwen. Maar ik ben niet luid omdat ik per se wil dat iedereen naar me kijkt. Het is gewoon iets dat gebeurt zodra ik me op mijn gemak voel bij mensen. Dan word ik uitgelaten en denk ik niet meer na over mijn stemvolume. Kortom: als je het gevoel hebt dat ik in je oor sta te schreeuwen, is dat een compliment.
Luid zijn wordt in West-Vlaanderen niet altijd geapprecieerd. Op mijn rapporten stond er steevast een opmerking over. Mensen doen er ook graag lacherig en laatdunkend over. Ik schaamde me er dus altijd een beetje voor, tot ik naar Amsterdam verhuisde. Plots was ik omringd door mensen die even luid waren als ik en daar hoegenaamd geen gêne over hadden. Integendeel: in Amsterdam word je pas serieus genomen als je duidelijk aanwezig bent. Daar heb ik mijn stemvolume omarmd.
Eenmaal terug in de provincie valt het me op dat er best wel véél luide West-Vlamingen zijn. Zij die mij luid noemen zijn het negen op de tien keer zelf ook, of toch binnen de context van een feestje, barbecue of terrasje. En dat is eigenlijk best logisch. Want neen, wij West-Vlamingen staan niet zo graag in de belangstelling, maar we zijn wél sfeermakers. I mean: kan je één tv-programma opnoemen waarin de West-Vlaming niet voor de ambiance zorgt? Juist, ja.
Misschien denken we onbewust dat als we gewoon luider praten, we beter verstaanbaar zijn voor de rest van het land. Onze feestjes zijn luidruchtig, onze gesprekken uitbundig en onze lachsalvo’s zo vettig als een goed stuk varkensvlees hoort te zijn. Wij, West-Vlamingen, hebben stiekem meer met onze noorderburen gemeen dan we zelf hardop (en niet al te luid) durven toegeven. Maar dat is helemaal niet erg, beste provinciegenoot. Integendeel: laten we het voortaan gewoon omarmen.
DAT WE HET GEWOON MOETEN OMARMEN, ZEG IK U.
Het oordeel: niet waar. We schreeuwen probleemloos de hele boel bij elkaar op een receptie. Vul de cava nog maar eens bij.
Inderdaad, de West-Vlaming is luid en ik kan dat beamen, want in den beginne, toen ik net met Jan (een ras-west-vlaming) en zijn maten meeging ergens eten….amai, ik kon mezelf niet eens horen ademen. En dan zeggen ze wat van de Hollanders! Groet, Conny (een oer-uit-de-klei-getrokken-Nederlandse-én-Hollandse).
Haha, het grappige is dat Amsterdammers steeds dachten dat ik zo luid was geworden in Nederland. ‘Je bent echt zó Hollands geworden hier!’ Gewoon omdat ze altijd denken dat Vlamingen stille, gereserveerde mensen zijn. Duidelijk nog nooit in West-Vlaanderen geweest 😉
GOW ZEG!!
WUK ZEH JE?!