Zoals elke trouwe lezer hier inmiddels al weet, heb ik een tijdje geleden een volledig impromptu boekenclubje opgericht. Dat clubje – de onnavolgbare Book Bitches – is still going strong.
Hoe werkt dat nu precies? Bij elke meeting neemt een andere Book Bitch de niet te onderschatten verantwoordelijkheid van het pitchen der boeken op zich, waarna we met z’n allen stemmen op onze volgende to-read. Vervolgens voeg ik dat boek toe aan ons besloten groepje op Goodreads, plus de gepitchte boeken die het niet gehaald hebben. Inmiddels zijn we al een paar boeken ver én hebben we ook al een interessant pitched-lijstje verzameld, dus dacht ik: laat ik ze regelmatig eens delen met mijn lezers. Want zo’n toffe ben ik dan ook nog wel.
Disclaimer: de reviews in deze post zijn mijn persoonlijke meningen, niet die van de rest van de club. Geloof me vrij als ik zeg dat er over elk van mijn besproken puntjes voldoende gediscussieerd is onderling
Deze boeken hebben we al gelezen
The Immortalists – Chloe Benjamin
De premisse van The Immortalists (vertaald als De Onsterfelijken) is even simpel als intrigerend: wat als je je eigen sterfdatum al zou kennen? Ik zag dit boek keihard zitten zodra ik dat ene zinnetje las, maar ik moet toegeven dat Benjamin de verwachtingen niet helemaal invulde. Als je, zoals ik, een boek verwacht dat onderzoekt hoe verschillende mensen met dat soort informatie omgaan en op welke manieren dat hun leven beïnvloedt en verder vormgeeft, blijf je als lezer toch een beetje op je honger zitten. De hoofdpersonages reageren namelijk allemaal zo goed als hetzelfde: nogal apathisch. Da’s best wel anticlimactisch. (En dat rijmt een beetje soort van, dus is het waar.)
Het verhaal begint in 1969 in New York City, wanneer de vier kinderen van de familie Gold stiekem naar een zigeuneres gaan over wie wordt gefluisterd dat ze je kan vertellen wanneer je zal sterven. Daarna focust het verhaal zich vijf decennia lang achtereenvolgens op een van de vier. Om spoilers te vermijden overloop ik ze in willekeurige volgorde: Simon verhuist naar San Francisco, waar hij ontdekt dat dansen zijn passie is en de homoseksuele liefde zijn voorkeur heeft; Klara bouwt een goochelcarrière uit in Las Vegas; Varya werkt in een onderzoekscentrum dat experimenten uitvoert op mensapen; en Daniel leidt een burgerlijk leven als legerarts. De vier kinderen hebben doorheen het verhaal amper iets met elkaar te maken. Het is totaal niet duidelijk of dat komt door hun gemene deler – de profeties – of simpelweg omdat ze apathische mensen zijn die om niemand geven, of gewoon allebei. De personages zijn namelijk niet likeable, laat staan memorable.
Wat mij op voorhand het boeiendste topic van dit hele boek leek – namelijk de vraag van destiny en self-fulfilling prophecy – wordt in feite amper besproken door de auteur. Waren ze altijd al onoverkomelijk voorbestemd om op die data te sterven of hebben ze het er zelf zo naar gemaakt, juist omdat ze hun datum hadden te horen gekregen? Geen flauw idee. Daarvoor is ieders sterfdatum veel te onbetekenend in de levens van de personages. Het is allemaal vooral erg jammer, want er zitten veel interessante ideeën in dit boek, maar ze zijn vaag door elkaar gehusseld en hangen slechts halvelings aan elkaar. The Immortalists is vlot geschreven, alleen niet zo bijzonder. Leest goed weg, maar bleef bij mij niet echt nazinderen. Jammer, jammer, jammer.
Lampje – Annet Schaap
Op mijn afscheidsborrel op werk in Amsterdam kreeg ik een hele stapel boeken cadeau, waaronder Lampje. Sindsdien prijkte het onaangeroerd op mijn boekenplank. Lampje is namelijk een kinderboek en ik ben niet zo’n volwassene die voor haar plezier kinderboeken leest. Ik weet dat die er zijn, en ze zijn met velen, maar ik vind het meestal gewoon enorm irritant lezen. (Niet echt verrassend, gezien ik zelf als kind de meeste kinderboeken vaak te kinderlijk vond.) Dit boek was gedoemd om forever op mijn plank te verstoffen, tot het dus gekozen werd in mijn boekenclub en ik niet anders kon dan het lezen. Dat is ook precies waarom ik zo’n clubje wilde: uit mijn reading comfort zone stappen. En boy, ben ik blij dat ik dat gedaan heb. Ik vond Lampje enorm fijn leesvoer: heel leuk geschreven en allesbehalve irritant kinderlijk. Integendeel, de eerste hoofdstukken beschrijven onomwonden situaties van kindermishandeling en alcoholisme, waar ik zelf nogal van opkeek.
Vooraf las ik online allerlei lyrische reviews, waaronder zelfs eentje van Bart Moeyaert, waarin je struikelt over de superlatieven en de snaren die het boek blijkbaar op elk vlak van je emotionele huishouding is bedoeld te raken. Dat allemaal heb ik niet beleefd. Ik vond het een heel erg leuk boek, maar ook niet veel meer dan dat. Ik heb niet zitten janken of schaterlachen, ik verdwaalde niet in de magie van de (sorry, maar toch gewoon redelijk basic?) illustraties, ik raakte niet betoverd door de blah blah blah wollige termen waarmee zovelen hun leeservaring omschrijven. Niemand in mijn boekenclub, eigenlijk, dus aan mijn psychopathische trekjes ligt het niet. Lampje is wél een bijzonder kinderboek, eentje dat je als geen ander doet herinneren hoe je als kind in een boek kon verdwijnen, met veel humor, zachtaardigheid en zelfs wat mysterie. (Maar ook nogal wat losse eindjes, want wie was nu die Jozef? En waddafok is er met die vader? En hoe kan je precies lopen op staartvinnen?) Leuk om te lezen als kind, maar ook als volwassene, en zeker leuk om cadeau te geven. Kerstboomtipje voor de kinderen in je leven!
Wolfgetal – Laura Van der Haar
Ja, jongens, wat moet ik precies over Wolfgetal gaan schrijven? Ik heb hier meningen over, maar de meeste heb ik destijds al met de wereld gedeeld in mijn recensie van Het Smelt. Van der Haar doet namelijk een Lize Spitje – en helaas bedoel ik dat niet als een compliment. We volgen een bijna-pubermeisje in een marginale buurt, waar kinderen zomaar seks hebben met random andere kinderen op wasmachines (?), en er is een soort van vaag mysterie dat uiteindelijk helemaal niet zo waanzinnig blijkt te zijn maar juist enorm voor de hand liggend. Het is bovendien haar debuutroman en het is overal gelauwerd met de meest belachelijke superlatieven. Een gevalletje Spit dus, maar totaal niet mijn ding.
Het naamloze hoofdpersonage (waarom moet dat?) is een enorm irritant kind zonder ruggengraat dat emotioneel volledig afhankelijk is van haar gestoorde beste vriendin Vickie, die op haar best als een borderline-psychopaatje kan omschreven worden. Vickie is compleet geobsedeerd door haar, wat hun vriendschap bijzonder toxisch maakt. Ik vreesde al voor het Spit-syndroom zodra ik de eerste alinea las: een nergens op slaande anekdote van de twee meisjes die elkaars ‘kutje’ (jazeker, zo omschrijft de auteur het ongeveer vijfenzestig keer in het boek) willen bekijken, waarna Vickie ineens op de grond plast. Oké dan.
Van der Haar wordt vooral geprezen om haar schrijfstijl, omdat ze dingen ~zo heerlijk zintuiglijk omschrijft weet je wel~, wat in de praktijk gewoon neerkomt op beschrijvingen als ‘mijn stem schoot omhoog als limo door een rietje’ en ‘haar arm plofte in het gras als een nat afbakbroodje’. Huis-, tuin- en keukenschrijfster, quoi? Ik kon het aantal keer dat ik met mijn ogen rolde bij het snel doorbladeren lezen van dit boek werkelijk niet bijhouden. Het verhaal gaat helemaal nergens over en nergens heen. De enige redenen dat ik bleef verder lezen, waren 1) omdat het nu eenmaal moest als ik er gegrond over wilde zagen in de boekenclub, en 2) de losse zinnetjes uit een mysterieus autopsierapport die voor elk hoofdstuk prijken en mijn interesse – zij het lichtjes – wekten. Spoiler alert: don’t hold your breath daarover, zo spannend is het allemaal niet.
Saai, overrated en slecht geschreven. (Maar als je Lize Spit wel helemaal fantastisch vond, is het waarschijnlijk een aanrader.)
Deze boeken werden gepitcht maar (net) niet gekozen
* Grand Hotel Europa – Ilja Leonard Pfeijffer
* Een jihad van liefde – Mohamed El Bachiri
‘Een jihad van liefde’ mag wat mij betreft verplicht leesvoer worden op elke middelbare school (enfin, voor iedereen in feite, maar we moeten ergens beginnen he). Mooi geschreven, beschouwend, concreet, ingrijpend en een soort van licht tegelijk. Een tijdsdocument én een klein, snel uitgelezen boekje.
Fijn te lezen dat ik de enige niet ben die Het smelt overgehyped vindt!
Haha, super om te lezen, de titel is perfect!