Sinds een tijdje schrijf ik een wekelijkse column voor De Krant van West-Vlaanderen, omdat ik al eens graag ongevraagd mijn mening geef, en als ik daar dan ook geld voor krijg, nog veel liever. Ik schrijf elke week een stukje over allerhande – bestaande, maar ook compleet uit mijn duimen gezogen, waarschijnlijk – clichés die over West-Vlamingen bestaan en doe daar mijn zegje over, want ja, daar zat gans de provincie wel degelijk op te wachten, EWELJA.
Als luie blogger pur sang bedacht ik vandaag dat het misschien wel tof zou zijn om die columns hier gewoon door te plaatsen. Ik krijg er in de krant maar 2.200 tekens voor, wat voor mij doorgaans net voldoende is om me net een beetje comfortabel in mijn inleiding te nestelen, dus dit is ook de ideale gelegenheid om alle darlings die ik tijdens het schrijfproces heb moeten killen weer tot leven te wekken.
Clichécheck #1
Het cliché: West-Vlamingen hechten niet zoveel belang aan feesten. Verjaardagen vieren is geen must en feestdagen zijn niet altijd een reden tot spektakel. Een West-Vlaming zeggen wanneer hij wel of niet mag werken is sowieso geen goed idee. Doe mor geweune.
Ondanks dat er talloze foto’s uit de jaren negentig bestaan waarop ik als kind met een brede glimlach (maar niet altijd al mijn tanden) poseer achter diverse slagroomtaarten met fruit, kom ik niet uit een familie waarin feestdagen een big deal zijn. Als mijn ouders zelf jarig zijn, merk je dat helemaal nergens aan. Er is geen taart, er hangen geen slingers en ze gaan gewoon naar de carwash en de Delhaize alsof het een dag is als een ander. Zo glijdt ook Pasen elk jaar onopgemerkt voorbij, op een paastak met enkele plastic konijnen op het dressoir na. Kerst vierden we vroeger met de hele familie bij mijn mémé, maar toen dat niet meer kon werd het gewoon een ’thuis kijken naar Home Alone 2′-avond, want zo heidens zijn we wel. Op oudjaar worden wél traditiegetrouw het fonduestel en de zak kroketten bovengehaald, wisselen we cadeautjes uit en durven we ook al eens aftellen naar middernacht, maar spectaculairder dan dat wordt het nooit.
Toen leerde ik mijn verloofde kennen. ’t Is te zeggen: de familie van mijn verloofde. Mijn (eveneens West-Vlaamse) schoonfamilie bevindt zich wat feesten betreft compleet aan de andere kant van het spectrum. Elke familiebijeenkomst is een reden voor een feestje, geen nieuw jaar wordt ingezet zonder een toneelopvoering, geen verjaardag is veilig voor hun onstuitbare drang om de verkleedkist open te trekken. Op kerstavond trek je je mooiste kleren aan, vreet je jezelf door zeventien rondes met hapjes en kan je met een beetje geluk tegen middernacht aan tafel voor de eerste van drie gangen. Ergens op bezoek gaan betekent – ja, ook om elf uur ’s ochtends – dat er een fles gekraakt wordt. Het was een volledig nieuwe wereld die voor me openging, maar wel eentje die ik zeker kan appreciëren.
Jazeker, het is allemaal lachen, gieren, brullen. Tot ons trouwfeest van volgende zomer ter sprake kwam en me iets te enthousiast werd gevraagd: “En, wat is het thema?”
Oh boy. Laat me bij deze even duidelijkheid scheppen: het thema is ’trouwfeest’. Mijn aanstaande verschijnt in een pak, ik in ’t lang en in ’t wit, er is veel eten en drinken en iedereen loopt de hele dag door enthousiast te roepen hoe leuk en tof en mooi we zijn. Dat is het thema. Niks meer. Niks minder. Maar vooral niks méér.
Wat ons trouwfeest betreft, hebben we het beste van beide werelden meegekregen. Enerzijds geven we een groot feest (duidelijk zijn DNA), maar anderzijds pakken we het ook volledig op onze manier aan. Wellicht komt dat doordat ik zo no-nonsense ben opgevoed: al die tradities en verwachtingen boeien me niet. Daarom is er geen kerkdienst, geen oldtimer die ons rondrijdt en geen stijve feestzaal waar iedereen vijf uur lang aan een tafeltje gekluisterd zit. We doen alles op onze dag precies zoals wij het graag willen, wat voor sommige mensen zeer onconventioneel (lees: raar) is. Maar als er iets is wat ik over feesten heb geleerd van míjn familie, dan is het wel dit: doe het op jouw manier. Of dat nu met veel toeters en bellen en verkleedthema’s is, of simpelweg thuis met kroketten en Macaulay Culkin in z’n gloriedagen. Gewoon je eigen ding doen: West-Vlaamser wordt het niet.
Het oordeel: het cliché is een beetje waar. Mijn schoonfamilie is op feestvlak een tikje enthousiaster dan de doorsnee West-Vlaamse clan, maar als iedereen het zoals mijn familie zou aanpakken, lag de evenementensector in de provincie al veel langer op zijn gat.
Bere
Haha zalig! Ik ga op mijn verjaardag ook wel gewoon werken, maar ik verwacht dan dat de hele wereld me wel feliciteert hehe. Ik ben al benieuwd naar je volgende columns en met mij gans West-Vlaanderen waarschijnlijk!
Ge.ni.aal! Echt gelachen, vooral van herkenning. Mijn familie is ook van de toneeltjes, verkleden en flessen kraken op een gemiddelde zaterdagmiddag. En hoe ik dat nu mis (F.U.2020). Maar ons trouwfeest was ook wel allesbehalve traditioneel (behalve de taart, ik wou een grote, over-the-top Amerikaanse wedding taart. Met 3 smaken. Geen discussie mogelijk). Ik kijk al uit naar je andere columns ?
Héhé, best herkenbaar! Ons trouwfeest was op zich een mix van traditioneel maar toch ook eigen accenten: ik moest bijvoorbeeld in het kort trouwen, ik wilde geen zo’n lange jurk. Mijn man had een das aan met game controllers. ?
We werken meestal ook op onze verjaardagen maar tegenwoordig proberen we een dag vrij te nemen als dat kan. Het maakt het toch wel iets specialer.
Oh tof, laat die columns maar komen. Super trouwens dat jullie er echt jullie trouwfeest van maken. Je zou denken dat dat logisch is maar blijkbaar denkt niet iedereen daar zo over. Wij hebben echter hetzelfde gedaan. Geen witte trouwjurk maar Arwen’s Requiem Dress, geen avondfeest op de dag van de trouw vermits dat fysiek te zwaar zou zijn geweest maar wel met een relatief kleine groep mensen uit eten geweest én enkele weken later gaan feesten op een StuBru-fuif met iedereen die wilde meekomen. Eenvoudig, relatief rustig en net daardoor een dag waar ik fijne herinneringen aan heb.