Sinds een tijdje schrijf ik een wekelijkse column voor De Krant van West-Vlaanderen, omdat ik al eens graag ongevraagd mijn mening geef, en als ik daar dan ook geld voor krijg, nog veel liever. Ik schrijf elke week een stukje over allerhande – bestaande, maar ook compleet uit mijn duimen gezogen, waarschijnlijk – clichés die over West-Vlamingen bestaan en doe daar mijn zegje over, want ja, daar zat gans de provincie wel degelijk op te wachten, EWELJA.
Als luie blogger pur sang bedacht ik vandaag dat het misschien wel tof zou zijn om die columns hier gewoon door te plaatsen. Ik krijg er in de krant maar 2.200 tekens voor, wat voor mij doorgaans net voldoende is om me net een beetje comfortabel in mijn inleiding te nestelen, dus dit is ook de ideale gelegenheid om alle darlings die ik tijdens het schrijfproces heb moeten killen weer tot leven te wekken.
Clichécheck #3
Het cliché: De West-Vlaming is een noeste werker. Als ze het binnen de provincie ergens collectief over eens zijn, is het wel dat ze er allemaal hard werken en doorzettingsvermogen op overschot hebben.
Niet truntn, niet opgeven, gewoon deuredoen. Het is hét clichebeeld van ons buiten de provinciegrenzen, maar het is er wel eentje waar menig West-Vlaming zich helemaal in kan vinden. Sterker nog, we dragen het als een soort badge of honor. We zijn er met z’n allen bijzonder trots op.
Toch ben ik er zelf geen fan van. Omdat ik een luie doze ben? Wellicht. Daarnaast heb ik ook al vaak gezien hoe al dat harde werken en steeds maar deuredoen voor miserie kan zorgen. Mensen die geen tijd hebben voor hun kinderen, mensen die jarenlang vastzitten in een job waar ze ongelukkig van worden, mensen die in een depressie verzeilen omdat ze niet durven aangeven dat het allemaal een beetje te veel wordt,… Dit soort verhalen in onze provincie is legio.
Maar tot u spreekt een opgever. There, I said it. Als ik mijn job niet tof vind, dan neem ik ontslag. Ook na amper vier maanden. Als ik ergens niet graag woon, dan pak ik mijn biezen en verhuis. Een keer of zeven, als het moet. En als ik na vijf lessen bij de fitness geen zin meer heb om te gaan, dan blijf ik zonder een spatje schuldgevoel een hele avond thuis Netflixen. No fucks given.
Ik vraag mezelf namelijk altijd af: voor wie zou ik dat moeten doen? En waarvoor precies? Is niét deuredoen het einde van de wereld? Ik raad iedereen dit gedachte-experimentje eens aan. Geloof me: het voelt misschien niet zo, maar de antwoorden op die vragen zijn zo goed als altijd ‘nee’ of ‘andere mensen’.
Dat betekent echter niet dat ik niets bereik in mijn leven. Ik heb al mijn studies zonder herexamens afgerond en ik haal altijd netjes mijn deadlines op het werk. Ik kan best wel doorzetten, maar alleen voor dingen die ik het waard vind. En wat ‘de mensen gaan zeggen’ vind ik nu eenmaal niet de moeite waard. Net zoals ‘meer geld verdienen’, ‘dat gaat zo cool lijken op Instagram’ of ‘dan ga ik buikspieren hebben en misschien eens niet buiten adem zijn als ik twee trappen oploop’.
Dus ja, ook als hardnekkige opgever geraak je uiteindelijk wel waar je wil zijn. Misschien via allerlei zijwegen, maar onderweg ben je in elk geval niet blijven trappelen op plaatsen waar je vooral niét wilde zijn. Zoals de fitness. Het stinkt daar toch naar rubber, zweet en deuredoen.
Het oordeel: het cliché is waar. Al is het maar omdat de helft van de lezers mij hierna sowieso een trunte vindt.
Jaaa, daar stinkt het echt naar in de fitness, hahaha!
de fitness vind ik kizzig ?
Haha, ik ben zo’n cliché west-vlaming die wou dat ze eens meer die middelvinger kon opsteken en ‘de mensen’ en de ‘wat nu’s’ kon negeren.
Beetje per beetje, want dit jaar toch een zeer angstjge stap gezet door mijn job van meer dan 10 jaar te ruilen voor iets nieuws, wegens een toxische omgeving. Tis met vallen en opstaan, maar daarin komt dat deuredoen dan wel van pas ?
Zelf een West-Vlaamse maar uitgeweken naar een andere provincie. En wat je zegt over het deuredoen van West-vlamingen klopt echt. Ik doe mijn uiterste best om er niet aan mee te doen, maar zelfs vanop afstand is de druk van de familie om deure te doen en altijd hard te werken er. Gelukkig durf ik er meer en meer tegen in te gaan. Want anders veel kans om te crashen inderdaad of gewoon als een kip zonder kop te blijven gaan…