Birmingham
En toen waren we in Birmingham. Vier volle dagen. Want ja, Birmingham is een grote stad. Achteraf gezien hadden we dat toch anders aangepakt, met minder tijd in Birmingham en meer tijd in andere fijne plaatsen. Wij zijn namelijk niet echt fan geworden van Brum.
Hoe noordelijker we reden, hoe minder idyllisch het landschap werd. Weg glooiende weides vol schaapjes, weg kronkelende paadjes door bossen en weelderig overgroeide weggetjes, weg schattige cottages vol klimop en pioenrozen. Hallo, industrieel Noord-Engeland. (En dan is Birmingham nog niet eens héél noordelijk, maar eerder ‘north of the Midlands’.) Pas op, wij zijn enorme fans van industriële Noord-Engelse steden als Manchester en Liverpool, dus daar lag het niet per se aan. Maar Birmingham mist alles wat die steden, naast de industriële vibe, nog meer hebben.
Birmingham is namelijk lelijk. Gewoon echt lelijk. En grijs. Quasi-modern ook: volgekwakt met allerlei vierkante gedrochten in beton en glas die in de jaren tachtig en negentig erg cool waren. Er zijn geen charmante historische straatjes te vinden. Naar de hippe gegentrificeerde industrial vibe moet je lang zoeken. Birmingham is bovenal een grote, grauwe, drukke stad vol armoede. We struikelden er bijna over de daklozen en junkies. Dakloosheid is een probleem dat we in zo goed als elke stad tijdens onze roadtrip hebben gezien, maar nergens leek het zo overweldigend als in Birmingham. We hebben amper foto’s genomen in deze stad, omdat er serieus amper iets moois te vinden was.
(En dan heb ik het nog niet gehad over de gure buurt waarin ons hotel lag: The Jewellery Quarter, dat verder wel overal op Tinternet werd aangeprezen als een bruisende, coole buurt. Mijn gat. Er was niks te doen, het was er vuil en leeg en op onze eerste avond waren we getuige van een groepje tieners die zonder te betalen met armen vol drank en chips uit een supermarkt renden.)
Birmingham schijnt ook ‘more miles of canal than Venice’ te hebben, maar daar hebben we amper iets van gemerkt. Die grachtjes moeten dan toch vooral in de suburbs liggen of zo, want zelfs op de kaart konden we er niet heel veel vinden. Bon, was het dan allemaal kommer en kwel? Nee, dat niet, want enkele straten in het centrum (New Street, Bennets Hill) hebben de lelijke modernisering gelukkig wél overleefd. Daar stonden prachtige gebouwen, met geweldig leuke cocktailbars en hipsterpizzeria’s in. En we hebben ons ook geen seconde verveeld in Birmingham, want er valt wel enorm veel te beleven.
Een van de tofste dingen die we deden was zonder twijfel Ghetto Golf: een gekke attractie die minigolf combineert met graffiti, cocktails en street food. Het parcours is opgebouwd in een gigantische loods waarvan letterlijk elke centimeter bedekt is met crazy ass graffiti en blacklights, om het allemaal nog wat hysterischer te maken. Elke hole heeft er een eigen thema, zoals bijvoorbeeld een compleet gevandaliseerde bus. Helemaal fantastisch en dat maar voor tien pond!
We boekten ook een bijzonder interessante tour bij Back To Back doorheen enkele Victoriaanse courtyard houses, die letterlijk back to back werden gebouwd in vaak erbarmelijke omstandigheden en waar doorgaans een paar gezinnen in zaten samengepropt. Tijdens de tour bezoek je vier van die huisjes, die volledig ingericht zijn per tijdsperiode, met originele voorwerpen uit die tijd. Je mag er bovendien alles aanraken en van dichtbij bekijken! Heel erg cool om zo eens te zien hoe het échte dagelijkse leven in de negentiende eeuw was.
We aten ook nog EXTREEM lekkere burgers bij Meat Shack. Ze smaakten serieus exact als Shake Shack, wat onze allerfavorietste burgerketen ter wereld is. Genieten.
Dingen waar we om moesten lachen:
* De hele stad barstte van de referenties naar Peaky Blinders, omdat net in die periode het nieuwe seizoen van start ging bij BBC, en Birmingham pakt er maar wat graag mee uit. Overal hing artwork van Tommy Shelby en er werd zelfs een heus Peaky Blinders-festival georganiseerd. Beetje ironisch allemaal, als je bedenkt dat er amper opnames voor de serie in Birmingham hebben plaatsgevonden, maar voornamelijk in plaatsen als Manchester en Liverpool. Waarom? Om exact de redenen die ik hierboven al noemde: er is niks charmants of ouds meer in Birmingham. Triestig, zeg ik u.
* Een bedrijf zien met deze naam. In Engeland. Wij, ware cat lovers, waren enthousiast. Er waren evenwel geen katjes aanwezig. Zo mogelijk nóg triestiger, zeg ik u.
* Het eindeloos lelijke gedrocht that is de Bullring, een van de grootste shoppingcentra van Engeland.
* We gingen naar een comedy night bij The Glee Club, ‘voted best comedy night in the Midlands three years running’. Het was inderdaad een heel erg fijne avond, met zeer goeie comedians (Dana Alexander!) en, oké, ook al eens een minder goeie (een of ander hypernerveus kind dat steeds keihard lachte om haar eigen flauwe grappen).
Dingen die we naast lachen verder nog deden:
* Pizza eten bij Rudy’s, een pizzeria die door verschillende websites is uitgeroepen tot de beste van de UK (want ja, dat is het soort dingen dat ik van tevoren grondig research). De pizza was er vrij goed, maar serieus niet zo lekker als in dat ene tentje waar we twee keer heen zijn geweest in Brighton.
* Rondslenteren in Digbeth, de kunstzinnige en alternatieve buurt. Veel (mooie) graffiti en nogal wat vegan restaurants gezien. Mijn Lief ontdekte er ook prompt een van zijn nieuwe favoriete biermerken: Digbrew Co.
* Het plaatselijke kattencafé, wat zo zijn wij wel. The Kitty Café zit weggestopt in een hoekje van het lelijke shoppingcenter maar als je er eenmaal binnen bent, blijkt het verrassend groot en hysterisch kleurrijk te zijn. Er wonen 27 (!) katten en er kunnen bizar veel mensen binnen. Het leek eerlijk gezegd meer op een soort mini-Disneyland voor toeristen die toevallig katten tof vinden dan op een kattencafé – dat toch meestal een pak chiller en kleinschaliger is en voornamelijk gericht op het welzijn van de katten. We vonden het er niet heel tof, door de snelheid en fabrieksmatige manier waarop het personeel er mensen binnen- en buitenliet en bestellingen rond bracht. Ze droegen er zelfs hyperprofessionele headsets? En kattenoortjes als deel van hun uniform? En er mochten kleuters binnen, die vervolgens de hele tijd huilden en schreeuwden en aan kattenstaarten trokken? Nee, geen aanrader. (Wel heel lekkere red velvet cake.)
* Ik kocht dit spel niet, maar ik begreep het jammer genoeg tot in mijn pijnlijk arme millennial core.
* We bezochten BBC Birmingham, waar we helaas niet de studio’s konden bezoeken maar wél een tentoonstelling met originele props uit onze lievelings-nerdy-tv-serie Doctor Who en, natuurlijk, Peaky Blinders.
* We gingen naar het Thinktank Museum, een ‘award winning science museum full of exhibits for the whole family’. Een soort Technopolis dus, dachten we, maar het bleek toch wel héél erg op kindermaat te zijn. Wij waren er ook letterlijk de enige mensen zonder kinderen. De planetariumshow was cool, voor zover we er iets van begrepen door het geschreeuw en gehuil van diverse veel te kleine kinderen in de zaal, en de dinosaurusskeletten en Spitfire-galerij waren interessant, maar er liepen en sprongen echt te veel (en vooral: te luide) kinderen rond om ons er echt te amuseren. Word je daar soort van immuun voor, of zo, als je zelf eenmaal een paar exemplaren in huis hebt? Want wij leken zo ongeveer de enige mensen te zijn die er spontaan hoofdpijn door kregen.
* Niet gedaan, maar vond ik wel tof: deze knop in de Edwardian Tearooms in het Birmingham Museum. Dat museum is trouwens ook gratis = altijd goed.
* The Jekyll & Hyde is een gin- & cocktailbar met twee persoonlijkheden: het thema van het buitenterras is Alice in Wonderland en het thema van de bar boven is ‘decadente Victoriaanse gin-hemel’. Op het gelijkvloers kan je er gewoon cocktails drinken, zij het dan (onder andere) uit een miniatuurbadkuip.
Canterbury
Na Birmingham was het tijd om weer naar huis te gaan, maar omdat onze ferry pas ‘s avonds vertrok konden we wel nog een paar uurtjes Canterbury verkennen. Vonden we wel tof. De zon scheen en er waren mooie parkjes met water. We hebben er een drankje gedaan. Dat was het zo ongeveer.
En toen gingen we toch echt wel weer richting Dover en bijgevolg ook naar huis. Bye England, we had a jolly good time. Eerlijk waar.
(En ik ga u keihard missen na de Brexit.)