Zoals ik eerder al schreef: ik ben vrijwel altijd aangenomen voor elke baan waar ik ooit op heb gesolliciteerd. En daarbij heb ik vaak te horen gekregen that I nailed it bij het eerste gesprek. Dus ja, ergens doe ik toch wel een paar dingen goed, zou je denken. Waarom zou ik die dingen dan niet delen met mensen die er misschien (ooit) wat aan kunnen hebben? En dus schrijf ik er bij deze maar een blogpost over. Want ja, wij bloggers, he. Wij doen dat zoal eens.
In deze post geef ik tips voor je sollicitatiegesprek. De eerste horde die je daarvoor natuurlijk moet overwinnen, is überhaupt uitgenodigd worden voor een gesprek. In mijn vorige blogpost heb ik daarom tips gegeven voor je sollicitatiebrief.
Let wel: dit zijn mijn persoonlijke tips. Dit is hoe ik het zelf meestal heb aangepakt. Weet ik veel of dit de juiste methode is, because who died and made me the expert, right? Ik zeg ook zomaar wat dingen. Dus pak het zelf vooral anders aan als dat beter bij je past.
De ultieme tips voor je sollicitatiegesprek
1. Wees enthousiast
De nummer één reden dat ik altijd een goede indruk maak bij een sollicitatiegesprek is mijn schaamteloze enthousiasme. Daar hoef ik mijn best niet eens voor te doen, want ik ben van nature een enthousiast persoon. En zo heb ik ook altijd leuke sollicitatiegesprekken, want niks stimuleert een fijn gesprek zo hard als een enthousiaste gesprekspartner. Niet iedereen is zoals ik, natuurlijk, maar als je gaat voor een baan die je écht heel graag wil, probeer je dan ook écht zo te gedragen.
Ja, ook als je voor een bloedserieuze functie gaat, ja. Mijn vorige banen waren: onderzoeksassistent aan de universiteit, integriteitsanalist op de afdeling Security & Intelligence bij ABN Amro, analist bij de taskforce Anti-Money Laundering & Terrorist Financing bij ING en strategisch intelligence analist bij de afdeling Openbare Orde & Veiligheid van de Gemeente Amsterdam. I mean… Ik heb belachelijk serieuze en overly interessant genoemde banen gehad. Ik heb altijd als mijn enthousiaste zelf gesolliciteerd.
Ik weet dat ik inmiddels al ongeveer dertien keer het woord ‘enthousiast’ heb getypt, maar serieus: er is geen bedrijf ter wereld dat een afgematte, vlakke, lauwe, terughoudende werknemer wil. Behalve als je solliciteert voor een functie als begrafenisondernemer. “Yes, een passieve sollicitant die amper wat zegt en zomaar wat zit te knikken en stil praat en op die stoel zit als een bang muisje, die wil ik keihard in dienst nemen om mijn bedrijf te doen floreren!” said absolutely nobody in the world, ever. Dus toon je enthousiasme. Dat betekent niet dat je jezelf als een stuiterende cheerleader moet voordoen, of een onnozele gans die alles SUPERFANTASTISCH LEUK vindt. Maar gewoon, als een iemand die echt heel blij wordt van het vooruitzicht van die baan, die passie heeft en gedreven en gemotiveerd is. But still knows their shit.
2. Wees jezelf
Voor mij betekent dat dus: wees enthousiast. Maar wat ik met deze tip eigenlijk bedoel, is dat je je niet naar de mening van je gesprekspartner moet vormen. Als je denkt dat je potentiële werkgever graag A wil horen, maar je bent eigenlijk rotsvast overtuigd van B, plooi je dan niet naar A. Dat klinkt eng, want je zit tegenover iemand die je heel graag wil pleasen, maar da’s niet waar werkgevers naar op zoek zijn.
Bij een van de 176 sollicitatiegesprekken die ik voerde voor mijn huidige functie (wij hebben nogal een intens sollicitatiebeleid), ben ik in een discussie verwikkeld geraakt. Over taal. De persoon in kwestie was van mening dat goeie copywriters, net als goeie schrijvers, kort van stof moeten zijn. Veel woorden gebruiken betekende volgens hem dat je niet voldoende schrijftalent bezit om de perfecte woorden in de juiste volgorde te kunnen gieten om de boodschap over te brengen. Nope, zei ik. Daar ben ik het niet mee eens. Ik deel de mening van mijn literaire held, Tom Lanoye, hierover. Less is not more. Less is just less. More is more. Taal is mooi. Dus maak er gebruik van. Als je gezegend bent met het talent om van losse woorden prachtige zinnen te maken, waarom zou je dat dan in godsnaam niet doen? Gebruik taal, véél taal, speel ermee, knutsel ermee, experimenteer, leer, go all out. Ja, bondige copy kan raak zijn. Ontzettend raak zijn. Maar dat betekent niet dat álle copy in de regel zo kort mogelijk moet zijn. Als de boodschap, de doelgroep en het middel daar om vraagt, ja. Dan wel. Maar lange zinnen does not equal shitty writing. Integendeel.
Zoiets en meer vermeldde ik in mijn betoog. Een redelijk vlammend betoog, met wijde armbewegingen (want zo praat ik nu eenmaal) en literaire referenties en, bovenal, met passie. Want we hadden het over iets waar ik heel gepassioneerd door ben. Mijn mening botste helemaal met die van mijn gesprekspartner, maar hij respecteerde me des te meer doordat ik die mening alsnog met hem deelde. Want ik deelde mijn visie, mijn passie en mijn kritische blik. En da’s exact wat je wil in een werknemer, me dunkt.
3. Own je talenten
Geloof oprecht in wat je kan. Niemand gaat je aannemen als je zelf maar een beetje soort van ongeveer denkt dat je wel redelijk goed kan schrijven/programmeren/verkopen/adviseren. Zelfs als je een beetje geïntimideerd bent door alles wat in de vacaturetekst stond: whatever. Maak je je zorgen of je al die verantwoordelijkheden wel zal kunnen ownen? Tuurlijk doe je dat. Iedereen wel, denk ik. Ik in ieder geval wel. Maar fuck it. Just own it. Je sollicitatiegesprek is niet het juiste moment om je druk te maken over de vraag of je het eigenlijk allemaal wel kan. Er is plenty tijd om je daar uitgebreid zorgen over te maken als je de baan eenmaal te pakken hebt en op je allereerste werkdag voor de deur staat. En ook dan: you’ll figure it out.
4. Maar wees ook eerlijk over je tekortkomingen
Ga niet glashard zitten liegen over wat je wel en niet kan. Wees realistisch. Vroeg of laat val je namelijk door de mand. Het is absoluut niet erg om toe te kunnen geven waar je totaal niet goed in bent. Zolang je weet waar je wél goed in bent, boeien die tekortkomingen toch helemaal niet? En om even met een herlijk platgetrapt cliché te eindigen: nobody’s perfect. #kumbayaenal
Wat een fijn (én heerlijk enthousiast!) artikel. Ik weet zeker dat alle 4 de punten heel erg helpen en punt 2 is voor mij ook wel een eye-opener. Ik zou niet zo snel zo’n discussie durven aangaan tijdens een sollicitatiegesprek. Maar inderdaad, waarom niet?! Het is juist goed om jouw mening te hebben en daar ook achter te staan. Punt 3 is iets wat ik echt gaandeweg heb moeten leren. Ik heb nou niet bepaald geweldig veel zelfvertrouwen, maar weet dat bij sollicitatiegesprekken inmiddels wel vakkundig op de achtergrond te houden. Want inderdaad, je hebt nog genoeg tijd om je in aanloop naar je eerste werkdag zorgen te maken over of je het wel kunt.
Bedankt. Ik hou je tips bij, zullen binnenkort wel van pas komen.
Super interessant artikel! Zeker omdat ik deze zomer afgestudeerd zal zijn en moet beginnen solliciteren. Zeker puntje 3 is bij mij een struikelblok. Ik ben veel te onzeker, hopelijk zal ik na mijn stage meer beseffen wat ik allemaal kan 😉
In het begin is dat wel heel moeilijk, ja, omdat je nog helemaal niet goed kan inschatten wat je wel/ niet goed kan. Maar ook niet wat je wel/niet graag doet. Maar bij gebrek aan puntje drie maakt een grote portie van puntje één al veel goed hoor, geloof mij 😉 Ik heb het allemaal daarvan moeten hebben in het begin!