Zondagmiddag maakten wij ons bijna dagelijkse wandelingetje naar de bakker enkele straten verderop. Halverwege zagen we een klein katje op de drempel van een voordeur zitten en, crazy cat people that we ongegeneerd are, slaakten mijn Lief en ik al meteen allerlei kreetjes en wilden we het aaien. Pas toen zagen we dat het een héél jong katje was, enorm mager en onverzorgd, met slijmerige oogjes en een snotterig neusje. Kortom: een zwerfkatje waar nog nooit een mens naar had omgekeken. Het liet ons dichtbij komen en reageerde amper op onze aanwezigheid, omdat het zo verzwakt was dat het niet eens de energie had om zichzelf te beschermen.
Ons hart brak in duizend stukken, dus we probeerden meteen allerlei hulplijnen te bellen. Eerst het asiel, maar dat is dicht op zondag, dus daar kregen we niemand te pakken en de voicemail vermeldde ook geen noodnummer of iets dergelijks. Toen ik daarna de politie belde, viel de vrouw aan de lijn helemaal uit de lucht, alsof er nog nooit van z’n leven in regio Kortrijk iemand al eens hulp gezocht heeft bij het zien van een zwerfdiertje. Vervolgens zuchtte ze en zei: “Ja, wij helpen daarbij niet hoor, mevrouw. Wij kunnen dat niet. En het asiel waar wij mee werken zal het ook niet willen als het beestje ziek is, dat weet ik al.” Nul komma nul hulp, dus. Toen ik daarna zei dat we het zelf naar een dierenarts wilden brengen, zodat het misschien naar het asiel kon zodra het genezen was, kreeg ik als reactie: “Ja maar, mevrouw, je weet toch dat je de rekening van de dierenarts dan zelf zal moeten betalen he?” Read more